In een rechthoek ABCD met zijden 12 en 16 tekent men de diagonalen die elkaar snijden in M.
Wat is de afstand van M tot één van de hoekpunten van de rechthoek ?
A.   9
B.   10
C.   12
D.   14
E.   15
    A    B    C    D    E

[ 3-7636 - op net sinds 9.6.2025-(E)- ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION

Oplossing - Solution

Een rechthoek kan je altijd verdelen in twee congruente rechthoekige driehoeken. Daar (3,4,5) een pythagorisch drietal is, is elk veelvoud dat ook, dus ook (12,16,20). Bijgevolg is de diagonaal van de rechthoek (= schuine zijde van de rechthoekige driehoek ) 20. Het antwoord is bijgevolg de helft ervan (de diagonalen van een rechthoek snijden elkaar middendoor).
N.B. Men kan 10 ook vinden d.m.v. de stelling van Pythagoras : \(\frac12\sqrt{12^2+16^2}=\frac12\sqrt{144+256}=\frac12\sqrt{400}=\frac12.20\)
GWB